Lake Manyara National Park

Afwisselende en beeldschone natuur

Lake Manyara National Park staat bekend om haar adembenemende panoramische uitzichten, mooie watervallen, kabbelende beekjes met helder water en warmwaterbronnen, en een grote diversiteit aan dieren.

Het park heeft een oppervlakte van 648 km2, maar bestaat voor twee derde uit water. 30% Is een grote strook land tussen het Riftvallei en het Manyarameer. Vanuit Arusha is het park circa 2,5 uur rijden.

Een kijkje in het park

Het eerste deel van het park bestaat uit dichte bossen met hoge bomen, waaronder Mahoniebomen, vijgenbomen en diverse soorten palmen. Rond de wilde bloemen zie je talloze, kleurrijke vlinders vliegen. Dit deel van het park is echter minder geschikt om wild te spotten. Als je verder het park inrijdt, kan je langs de weg aapjes en grote groepen bavianen zien. Ook vind je hier bosbokken en olifanten. Olifanten maken graag gebruik van de weg om niet door de dichte begroeiing te hoeven lopen. Verder leven hier een groot aantal luipaarden, hoewel je geluk moet hebben om deze te zien. Langzamerhand opent het bos zich en verandert de begroeiing in koortsbomen en baobabs. De wijziging van vegetatie brengt ook andere soorten wild met zich mee, zoals gnoes, zebra’s en giraffen, waterbuffels en nijlpaarden. In de lucht cirkelen vechtarenden en berghanen op zoek naar een prooi. En sta er niet van te kijken wanneer je een leeuw in een boom ziet, dat is heel normaal in dit park.

Ook leuk om te zien: aan de zuidkant van het park zijn een aantal borrelende en stomende hete bronnen die met hun chemische stoffen de omliggende grond alle kleuren van de regenboog hebben gegeven.

Flamingo's!

Lake Manyara heeft een van de grootste populaties watervogels die je het best spot in de natte tijd van november tot juni. De meest voorkomende zijn de flamingo’s, waarvan het geschatte aantal rond de drie miljoen ligt. Hierdoor krijgt het wateroppervlak een wazige roze tint.

Maar het kan ook voorkomen dat er geen enkele flamingo te zien is. De flamingo’s kennen ook een migratie en verdwijnen twee tot drie maanden per jaar naar andere meren om te broeden.